De lidstaten stellen de voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van nationale bepalingen die zijn vastgesteld op grond van deze richtlijn, met inbegrip van die welke verband houden met de verplichting van een groepsentiteit om haar deel van de bijheffing aan te geven en te betalen of om een extra contante belastinglast te dragen, en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat die sancties worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.